Ik schrijf 2020 maar kijk nog één keer terug naar het jaar hiervoor. Vanaf toen niet meer een beetje zelfstandig maar helemaal. Sinds juli, in het midden van het jaar. Het lijkt alweer tien hoofdstukken geleden. Maar de keuze om zelfstandig verder te gaan was een goeie. Ik doe nu iets waar m’n ogen groter van worden en de energie is niet al op woensdag op, ik kan de hele week doorkachelen.
Een nieuwe ervaring, want het systeem waar ik in werkte strookt maar lastig met wat mensen kunnen opbrengen. Ik vermoedde dat wel maar dacht ook dat ik het niet scherp genoeg zag. Meer dan tien mensen op een dag goede begeleiding geven, het is schier onmogelijk. Toch deed ik het met liefde, zorgde elk half uur voor een kalme lach bij de deur van het logopedielokaal.
In de zomer was het dan zover
Dus in de zomer was het zover, ik liet de logopedie los, zelfs in m’n dromen. Nog één keer moest ik er wat langer aan denken. In een podcast over de liedjes van Harry Bannink vertelde Gerda Havertong over de logopedisten die haar wijs maakten dat haar stem niet in orde was. Haar stem mocht niet hees zijn, hoort niet als je juf bent. Jeetje, ik dacht aan toen ik begon als logopedist, ik vertelde hetzelfde aan mensen. De norm uit het boek, je moet je ergens aan vasthouden.
Die norm zat Gerda in de weg toen ze nog voor de klas stond. Niet de last van een hese stem, ze hád er geen last van, maar het strenge oordeel van die spraakjuffen. Gelukkig hield Harry wel van haar zilveren stem en hij gaf haar een stel mooie liedjes te zingen. Het kon niet anders dan dat ze haar stem zou volgen, een nieuwe carrière in. Zonder logopedie. Net als ik dit jaar. Ik koos verder te gaan met wat ik nét iets fijner vind dan stemmen en kinderen temmen. Iets waarbij ik en m’n energie beter uit de verf komen. En dat uit de verf komen wens ik jou ook, in 2020.
Lees ook mijn andere verhalen.