Eind december genoot ik van de fijnste vakantie van het jaar. Eindeloze dagen in cocoon-stand, met thee, Japanse mix en een dekentje op de bank. Een fijne tijd. Gek trouwens, dat je dat gevoel in de week na Oud en Nieuw weer zo’n beetje kwijt bent. Alles begint weer en vrij snel ben je weer gewend aan wekkergeluiden en weinig tijd voor ochtendrituelen.
In gedachten nog even terug naar die favoriete dagen rond Kerst, want ergens in die periode kreeg ik de bevestiging van een nieuwe schrijfopdracht. Op een stille, mistige middag kreeg ik per mail het groene licht. De omschrijving van de opdracht was aanvankelijk vaag maar toen de opdrachtgever later meer uitlegde, was ik toch even stil. Het ging bij deze klus om het redigeren van een levensverhaal. De vrouw in kwestie heeft heel wat meegemaakt en vindt het nu tijd om de gebeurtenissen op te tekenen. In een klein boekje, niet te lang, maar wel echt in een boekje. Ze zocht iemand die met haar meeleest en het verhaal goed laat lopen. Controle op de spelling en zinsbouw maar wel zoveel mogelijk in haar eigen woorden. Trots veerde ik van de bank omhoog. Maar ook onder de indruk. Mooi om een periode of zelfs je leven af te sluiten door er over te schrijven. Een levensverhaal in boekvorm. En dan niet om in dikke stapels te kunnen verkopen, hopend op Judas-achtige verkoopcijfers, maar om de zaken op een rij te zetten, om een tijdperkje af te sluiten. Ik zie een vrolijke borrel voor me, in de plaatselijke boekhandel. Het boek wordt aan familie en vrienden gepresenteerd. Een toespraakje van de eigenaar van de zaak.
Er bestaat een mooie uitdrukking, hierbij perfect van toepassing: een hoofdstuk afsluiten. En dat is precies wat die mevrouw en ik gaan doen.